DE EXPLOITATIE VAN STEENGROEN VEREISTE VEEL EN VERSCHILLENDE HANDEL. NAAST DE MIJNWERKERS EN STENENHAAIERS, DE SMITS, BRUIDEGOMS, WINKELHOUDERS, MECHANICA, HET LADEN VAN WERKNEMERS, CRUSHERS, SPINNERS... IN 1912 WAREN ER 33 VERSCHILLENDE TAKEN.

De eerste operatie is mijnbouw, waarbij schietgaten worden gegraven met behulp van een stalen staaf afgeschuind, vervolgens geladen met samengeperst poeder waardoor de explosie mogelijk is. Toen het rotsblok niet los wilde komen genoeg kwam een ​​steenplukker tussenbeide om hem los te maken.

De tweede bewerking bestond uit het uitruwen van de blokken de massa, het splijten. Toen kwam de coupage waar de steengroeve sneed de steen in kleine blokken.

Eindelijk het werk van de kleermaker, zittend op de grond, benen gekruist, met een pincet in de ene hand, de steen in de andere vormen tot een kasseien.

Elke steenhouwer bezat zijn gereedschap. bos hamers, folies, hamers, steenbeitels werden teruggebracht naar de smid voor reconditionering door weken en slijpen. In 1909 kocht het bedrijf een hamer boor, die 3-4 meter per uur zal graven.