In 1863 opende de Compagnie du Paris-Lyon-Méditerranée (PLM) de spoorlijn tussen Toulon en Cannes. De nabijheid van de spoorlijn naar de steengroeve is gunstig voor de transport, beginnen sommige lokale exploitanten op sommigen porfier te winnen percelen. Meerdere operators en investeerders zullen elkaar opvolgen.

Het eerste contract voor de exploitatie van porfier op deze site werd in 1864 op het land ondertekend gelegen tussen de zee en het spoor: de huidige aanlegsteiger. De buurt is nog niet bewoond. Vegetatie is praktisch afwezig. sommige gebouwen en woningen worden stapsgewijs gebouwd.

Er werden veel steengroeven geopend maar weinig uitgebuit: de arbeiders werkten met tang en poeder en daalde niet verder dan 5 meter. Het vervoer was gedaan kruiwagen en dumper. In 1872 begint de industriële exploitatie het toelaten diepe mijnbouw. Met de operators van Toulon begonnen de gebroeders Bonnamy productie met hoge opbrengsten en de eerste woningen om de arbeiders te huisvesten. Er zullen maximaal 14 extractielocaties van alle soorten en maten zijn.

De belangrijkste is de oostelijke steengroeve, die overeenkomt met het huidige meer.